Klop klop, is daar iemand?

10 April 2022

Brrr… De film is afgelopen. Ik heb met mijn man een horrorfilm gekeken. Op zich was de film niet heel eng. Het is meer de nasleep. Mijn eigen fantasie gemengd met horror scènes van alle films die ik ooit in mijn leven had gekeken. Allemaal (onnodig) opgeslagen in mijn hoofd. Het maakt mij bang.

Ik neem die beelden over, die eigenlijk niet van mij zijn. Die mij feitelijk niets goed oplevert. Die mij meer kwaad dan goed doen. En toch “geloof” ik deze beelden. Ze worden “mijn” beelden.

In het dagelijks leven kunnen we onbewust ook andermans beelden (gedachten, gevoelens en meningen) overnemen. Herken je dat?

Terwijl mijn man nog even in de woonkamer blijft, besluit ik dat ik alvast ga tandenpoetsen. Ik loop moedig de donkere gang op. Waar is het lichtknopje ook alweer? Zonder te kijken doe ik het licht van boven aan, terwijl ik onze gesloten voordeur in de gaten houd. Alsof er elk moment iemand naar binnen kan komen. Alsof de deur dan abrupt open gaat. En dan een verschrikkelijke wezen mij komt aanvallen. Of dat je de deurklink heel langzaam naar beneden ziet gaan…

Het licht van boven gaat aan en snel loop ik de trap op. Met een opgejaagd gevoel, alsof ik achtervolgd word, ren ik snel de badkamer in en doe ook daar het licht razendsnel aan. Ik kijk voor alle zekerheid achterom. Niemand. Natuurlijk. Mijn hart klopt als een gek.

Ook al zit mijn man beneden en liggen de kinderen in bed te slapen, ik voel me alleen. Alsof ik de enige ben in huis. Opeens zie ik een eng gezicht voor me. Mijn fantasie. Een vieze enge man met doordringende ogen die mij zwijgend aankijken. Die alleen op mij gefocust zijn en mij in de gaten houdt. Met zo’n brede creepy grijns op zijn gezicht. Alsof hij iets met mij van plan is. Ik ril van binnen. Ondertussen maak ik alles klaar om mijn tanden te poetsen.

Klop klop, is daar iemand?

Soms als ik me zo bang voel, dan ren ik in de armen van mijn man. Veilig en beschermd. Vroeger als kind, na een nachtmerrie of tijdens het onweer, schuilde ik vlug bij mijn moeder. Zo haar warme bed in. Geborgenheid. Maar soms kan het even niet. Of wordt er van mij verwacht dat ik niet zo angstig moet zijn. “Kom op Wing, Je bent nu een volwassen vrouw. Het was maar een film”, zeg ik in mezelf. “Ik ben al een moeder. Dus voor mijn kinderen kan ik niet bang zijn.” Ik zie hun schattige onschuldige koppies voor me. Hoe ze lachen. Of hun boos gezicht. Hoe lief ze soms met elkaar kunnen spelen. Hartverwarmend als ze zomaar elkaar een dikke knuffel geven.

Bij deze gedachten moet ik glimlachen. Ik voel weer de kalmte in me. Mijn hart is gevuld met liefde.

Ik begin mijn tanden te poetsen en kijk in de spiegel… Meteen krijg ik weer die filmbeelden. De hoofdpersoon kijkt nietsvermoeden in de spiegel en ziet tot haar schrik een eng wezen achter haar staan, die naar haar kijkt. Dan kijkt ze vlug naast zich achterom, maar ziet niks. Opgelucht draait ze weer terug, de andere kant op en ziet vervolgens die enge wezen heel dichtbij naast haar staan. Face tot face.

Ik krimp van binnen. Ik probeer de spiegel te negeren. Ik zoek naar afleiding. Met mijn gedachten focus ik mij weer op mijn lieve kinderen.

Op dat moment zwaait de deur ineens open. Ik verstijf. Houd mijn adem in. Mijn zoon wandelt half wakker de badkamer binnen. Het is zijn nachtelijke plas moment. Van schrik en van opluchting omhels ik hem spontaan, met mijn tandenborstel nog in mijn mond. “Hoi mama” glimlacht hij wat wakkerder. Na het plassen stop ik hem weer in bed. “Slaap lekker lieverd”. Ik geef hem een kus op zijn voorhoofd en een aai over zijn bol. Hij knikt zachtjes glimlachend tevreden en is binnen no time in dromenland.

Gek genoeg, na deze schrik aanval, voel ik geen angst meer. De enge man met de creepy glimlach is verdwenen. De gesloten deur is geopend. Letterlijk. Door mijn kind. Ik kijk lachend in de spiegel.

Ja, liefde overwint angst. Of is de druk van de ketel?

Wat is waar? Jij bepaalt wat je gelooft. ;-)